AED en Reanimatie

Mocht in de toekomst iemand in de sporthal of op het sportveld gereanimeerd moet worden, dan is een AED onmisbaar.

vv Thriantha, dichtstbijzijnde AED bij voetbalkantine

vv Thriantha, dichtstbijzijnde AED

 

 

 

 

 

 

De dichtstbijzijnde AED hangt bij de ingang van de voetbalkantine.

De kast is wel afgesloten met een hangslot met pincode. 

De code hangt in de kantine (is hetzelfde als ons sleutelkastje).

AED

Hoe werkt een AED?
Een AED is een hulpmiddel bij reanimatie. Het vervangt de reanimatie echter niet. Het geven van hartmassage in combinatie met mond-op-mondbeademing blijft een noodzakelijke eerste stap voordat de AED gebruikt wordt. Het zorgt ervoor dat de hersenfunctie veilig is en bereidt je hart voor op de schokken van de AED.

Gebruik van een AED
De AED heeft twee elektroden die je op de blote borstkas van het slachtoffer moet plakken. De AED kan hierdoor registreren wat het hart van het slachtoffer doet. Wanneer je de AED opent, vertelt deze je precies wat je moet doen. Het kan zijn dat het apparaat je de opdracht geeft om verder te gaan met reanimatie. Maar het kan ook zijn dat het apparaat zegt dat je een schok toe moet dienen.
Dit gebeurt wel eens bij een hartstilstand waarbij er sprake is van het zogenaamde ventrikelfibrilleren. Dat wil zeggen dat de kamers van het hart zó snel en onregelmatig bewegen, dat de pompfunctie van het hart verloren gaat. De kamers van het hart moeten dan stoppen met ‘fibrilleren’. Ze moeten dus ‘defibrilleren’ en dat is precies wat de AED doet, wanneer deze een schok toedient. De AED geeft alleen een schokopdracht, wanneer er sprake is van ventrikelfibrillatie en niet wanneer het hart helemaal stil staat en niks meer doet. En ook niet wanneer het slachtoffer wel buiten bewustzijn is, maar het hart gewoon op normale wijze klopt. Wanneer de AED géén schokopdracht geeft, kun je dus geen schok toedienen.
Op het moment dat de AED uitleest dat het hart helemaal stil staat en dus ook niet fibrilleert, geeft het apparaat je de opdracht om verder te reanimeren totdat de hulpdiensten aanwezig zijn.

REANIMATIE

Hieronder volgen nog de 6 stappen bij een hartstilstand

1. Controleer het bewustzijn
• schud voorzichtig aan de schouders en vraag: ‘Gaat het?
• geen reactie? Het slachtoffer is bewusteloos. Blijf bij het slachtoffer. Roep om hulp.

2. Bel direct 112 (of laat iemand bellen)
• meerdere mensen aanwezig? Laat een persoon 112 bellen en een ander direct een AED halen
• instructies voor 112 bellen: vraag om een ambulance en zeg dat het slachtoffer niet reageert
• zet de telefoon op de speaker, zodat de medewerker van de meldkamer je kan helpen terwijl je bezig bent
3. Controleer ademhaling
• leg een hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren om de luchtweg te openen
• til de kin op met 2 vingertoppen van de andere hand (kinlift)
• kijk, luister en voel maximaal 10 seconden of er ademhaling is
• geen normale ademhaling en ben je alleen? Haal een AED indien deze direct beschikbaar is
4. Start direct met 30 borstcompressies
• zet je handen midden op de borstkas
• duw het borstbeen 5 à 6 centimeter in
• doe dit 30 keer in een tempo van ten minste 100 keer per minuut (maximaal 120 per minuut)
5. Beadem 2 keer
• doe de kinlift (zie stap 3)
• kantel het hoofd naar achteren
• knijp de neus dicht
• pas mond-op-mondbeademing toe
• beadem 1 seconde zó dat de borstkas omhoog komt (kijk naar de borstkas)
• laat het slachtoffer uitademen
• beadem in totaal 2 keer
• ga door met reanimatie en wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen
• als er een 2e hulpverlener is: wissel elke 2 minuten
• onderbreek de reanimatie altijd zo kort mogelijk
6. Als de AED er is
• onderbreek de borstcompressies zo kort mogelijk
• ontbloot de borstkas
• zet de AED aan en doe altijd wat de AED zegt
• bevestig de elektroden
• volg de opdrachten van de AED op, totdat de ambulancezorgverleners zeggen dat je mag